Stookolietoelage of stookoliepremie

Wat?

Op 1 januari 2021 is een nieuwe verwarmingsperiode in het kader van het Sociaal Stookoliefonds begonnen.

Mensen die vanaf 1 januari 2021 huisbrandolie, verwarmingspetroleum of bulkpropaangas aankopen, kunnen opnieuw een verwarmingstoelage verkrijgen, ook wanneer men er al één heeft gekregen in 2020. De teller staat dan weer op nul. Voortaan loopt de verwarmingsperiode het hele kalenderjaar door en uiteraard kan men per gezin maar één keer per jaar het maximumbedrag krijgen.

Voor wie?

U komt in aanmerking voor de verwarmingstoelage als u behoort tot een van de onderstaande categorieën.

  • Categorie 1: personen met recht op een verhoogde tegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsverzekering én het jaarlijks bruto belastbaar inkomen van het huishouden is lager dan of gelijk aan 22.925 euro (verhoogd met 4.242,16 euro per persoon ten laste). Met persoon ten laste wordt bedoeld: een lid van het huishouden van de gerechtigde met een netto jaarinkomen, zonder de gezinsbijslag en het onderhoudsgeld voor kinderen, dat lager is dan 3.490 euro.
  • Categorie 2: personen met een laag inkomen, d.w.z. huishoudens met een jaarlijks bruto belastbaar inkomen dat lager dan of gelijk is aan 22.925 euro (verhoogd met 4.242,16 euro per persoon ten laste). Met persoon ten laste wordt bedoeld: een lid van het huishouden van de gerechtigde met een netto jaarinkomen, zonder de gezinsbijslag en het onderhoudsgeld voor kinderen, dat lager is dan 3.490 euro.
  • Categorie 3: personen die in een schuldbemiddeling of een collectieve schuldenregeling zitten én de verwarmingsfactuur niet kunnen betalen.

Wat moet ik meebrengen?

Neem binnen de 60 dagen na de levering van de brandstof contact op met de sociale dienst van het OCMW. 

  • Identiteitskaart.
  • Kopie van de leveringsbon of leveringsfactuur.

Woont u in een gebouw met meerdere appartementen? Vraag dan aan de eigenaar of de beheerder van het gebouw:

  • een kopie van de leveringsfactuur
  • en een attest waarop staat op hoeveel appartementen de factuur betrekking heeft.

Als u behoort tot categorie 3:

  • de beslissing van toelaatbaarheid van de collectieve schuldenregeling of een attest van de persoon die de schuldbemiddeling verricht
  • documenten (gezinsinkomen, lopende kosten, ...) die het OCMW toelaten te beoordelen of u niet in staat bent de verwarmingsfactuur te betalen.

 Als u behoort tot categorie 2: het OCMW kan u een bewijs van uw gezinsinkomen vragen (meest recente aanslagbiljet, loonfiche of attest van een ontvangen sociale uitkering, bewijs van kadastraal inkomen van onroerende goederen buiten de gezinswoning, ... 

Als u behoort tot categorie 1: het OCMW kan u een bewijs van uw gezinsinkomen vragen (meest recente aanslagbiljet, loonfiche of attest van een ontvangen sociale uitkering, …).

Meer informatie?

www.verwarmingsfonds.be