Aan de slag met een compostvat

Men plaatst het vat bij voorkeur op een plek waar er minstens drie uur per dag zonlicht op schijnt. Door de warmte zal het composteerproces sneller verlopen. De bodemplaat kan men best plaatsen op een effen, verharde ondergrond zodanig dat deze plaat niet verzakt in de grond. In de bodemplaat zijn er gaatjes die ervoor zorgen dat er luchttoevoer is in het vat. Langs diezelfde gaatjes kunnen bodemdiertjes in het vat kruipen voor het organisch materiaal te verteren.

Het vullen van de bak gebeurt het best in lagen. Onderaan brengt men een laag van 15 à 20 cm 'bruin' materiaal aan: dit is stug en droog materiaal zoals niet te grof snoeihout of houtsnippers. Daarna brengt men een laag 'groen' materiaal aan: dit is zachte en waterhoudend materiaal zoals het groente- en fruitafval, verwelkte bloemen,... Op elke laag 'groen' materiaal brengt men weer een laag 'bruin' materiaal, enzovoort.

Een noodzakelijk hulpmiddel is de beluchtingstok (wordt bij het vat geleverd). Al het materiaal drukt op elkaar zodat de lucht er als het ware wordt uitgeperst. Lucht is een belangrijk aspect om het composteerproces op gang te houden. Daarom steekt men 1 à 2 keer per week de beluchtingstok op verschillende plaatsen in het compostvat en draait men het een kwartslag vooraleer men de stok eruit trekt.

Als het compostvat gevuld is, is het materiaal in uw bak nog maar half verteerd dus nog geen compost. Daarom moet de inhoud van de bak omgezet worden. Voorzichtig worden alle elementen één voor één van elkaar gehaald en terug opgebouwd tot een bak. Dan krabt men van boven naar beneden met de tanden van een riek krachtig het materiaal los en schep het terug in de bak. Waarom is dat nodig vraagt u zich misschien af? Welnu, het zijn micro-organismen en bodemdiertjes die zorgen voor de eigenlijke afbraak van het materiaal. Deze diertjes hebben lucht nodig om hun werk te kunnen verrichten. Door het mengen brengt men lucht in het geheel. Tijdens het terug in de bak scheppen van het materiaal, moet men de vochtigheid controleren. Dat kan gemakkelijk via de knijptest: neem een hoeveelheid materiaal uit de binnenkant van de bak en knijp het geheel in je vuist:

  • als het materiaal te vochtig is (de vloeistof druppelt tussen de vinders), mengt men het met houtsnippers
  • als het materiaal te droog is (er verschijnt helemaal geen druppel tussen de vingers), voegt men water toe

In de bak zal in korte tijd broei ontstaan die de compostering versnelt.
Na 3 à 4 maanden herhaalt u de hele procedure nogmaals. Na 9 tot 12 maanden heeft u dan als eindproduct afgerijpte, kruimelige en voedzame compost.