Toos-koekendoos

Toos vergat haar koekendoosje op school.

Dat schrijft juf even op een memo-briefje, waarvan ze vervolgens leest: “Toos-koekendoos”.

De kleuters vinden dat geweldig. Want heel snel is er ook nog een Minne de Pinne of Fran-de koekenpan  of Lien-appelsien…

En de juf werd vroeger altijd uitgelachen met Anita Chiquita Banana en daar was ze dan altijd boos om.

Niet veel later vragen de kleuters zich af waarom Jemima zo anders praat. Juf legt uit dat Jemima andere woordjes kent voor allelei dingen. En dat Jemima er daarom niks kan aan doen dat ze soms niet “luistert”.

Enkele kleuters kunnen al tellen in het Engels of Frans, en enkelen kennen ook al “oui” of “non”.

Dat is wel interessant. Want als Jemima daarna iets doet wat eigenlijk niet mag, lopen er meteen een aantal kleuters naar toe en roepen: “Non! Non!”. Jemima kijkt dan natuurlijk erg verbaasd.

Naira kan dan weer een aardig woordje Spaans. Dat zijn nog andere woorden dan in het Frans. Ze weet dat ja “si” is en neen “no” Een spaans zakdoekje klinkt als “papelitto” en een koek klinkt als “cukka” en wat later komt ze heel trots vragen of ik wel weet wat een banaan is in het Spaans? Natuurlijk: een “banana”!