Geen brug naar de overkant...

Ik wilde een volgend verhaal van Kikker voorlezen, en zat alvast met een nieuw prentenboek op schoot.

Nadien zou ik taalspelletjes met de kleuters doen.
Alleen had ik mijn voorbereiding daarvan thuis vergeten…

Misschien konden we daarom in de plaats daarvan het verhaal van gisteren navertellen over “Kikker en de vreemdeling”?

Op het eind van dat verhaal vertrekt Rat met zijn tentje naar Amerika, maar belooft later terug te komen en dan een brug over de rivier te bouwen.

Maar tot zolang kunnen de dieren niet allemaal zomaar naar de overkant.

Hoe zouden ze dat intussen kunnen oplossen?

Aanvankelijk lijken er niet veel andere mogelijkheden dan te “zwemmen” of “met zwembandjes, voor wie niet kan zwemmen” (Oskar), maar nadat ik bij de kleuters wat doorvraag,  ontstaat een heel geanimeerd kringgesprek, waarin de kleuters elkaar aansteken en ze een hele lijst voorstellen doen:

Dit zou ondermeer ook kunnen

- In een boot van hout getimmerd

- Een roeiboot (Indra)

Ailin merkt op dat “als je met een boot een waterval afvaart, je niet meer terug omhoog kan”. Daar moet dan, volgens haar, een touw aan te pas komen, om de boot terug naar omhoog te trekken. Ze toont het met haar handen.

- Een luchtmatras dan (Hannah)

Alleen eend kan over de rivier vliegen, maar dit kan ook: 
- Een vliegtuig

- Een helikopter

- Een luchtballon (Chloé)

- Een skiboard (Hannah)

De rivier leegpompen misschien?... Ailin steekt meteen heel verontwaardigd haar wijsvinger omhoog: “maar de visjes dan?????” Volgens haar kan je ook aan elfjes vragen om eroverheen te vliegen

Dan wordt het weer wat makkelijker, want zo vliegen kan ook:

- op de rug van vogels

- op de rug van de eend

Maar dan ook:

-op de rug van een dolfijn (Jorre)

-of walvis (Aster)

Jelle denkt aan een trein: “een spoor over water”, maar dat gaat nu net niet zolang er nog geen brug is, want de kleuters denken dat de rails dan in het water zullen vallen…

Hannah weet een oplossing: “er palen onder zetten”

Dat brengt Chloé ook op een idee: “met stokken over het water!”.

“Stelten!” roept Aster er meteen achteraan.

De trein zou natuurlijk ook langs een tunnel onder de rivier kunnen...

Hannah merkt meteen op: “maar dan moet je wel de lichten aandoen!”

Ailin heeft ergens een verhaal gehoord over een “prinsesje dat een griezelappel heeft gegeten en dan namen ze een touw en trekken haar er uit…” (Het klinkt nogal heel ingewikkeld, en ze krijgt het niet helemaal uitgelegd, want niet meer alle kinderen willen aandachtig naar haar luisteren) .

- met een trampoline over het water springen. Het lijkt nogal een moeilijke sprong te worden, want recht omhoog springen kan wel, maar zo helemaal schuin???

- beter misschien: met een ladder op de trampoline? maar ook aan dat idee wordt flink getwijfeld.

- maar een paard kan natuurlijk wel over water springen

-... of een mama of een papa… (Aster) (ze heeft waarschijnlijk erg sportieve ouders…)

- met een touw over het water? (Tomas T). Al zal het touw dan wel inzakken, vreest Aster.

Jelle weet daar meteen een handige oplossing voor: “vastspijkeren aan de bomen!”

Maar Tomas T heeft intussen nagedacht over het idee van Ailin: “als je nu een touw goed rond je buik vastmaakt, en aan elke kant van de rivier houden ze dan dat touw vast… dan geraak je ook aan de overkant. Kijk, zo gaat dat!!!” Hij toont als een dappere stuntman hoe dat in zijn werk moet gaan. ..

Wat jammer dat ik op dat moment geen filmpje heb gemaakt…

Goh, wat sta ik versteld van zoveel creativiteit, kennis en interactie!!!

Sommige kleuters zeggen dat het wel genoeg geweest is zo: ze willen nu het volgende verhaal van Kikker horen!

En dat doen we dan.